Toen Lieve voor de laatste keer in het Vluchtelingenhuis was, vroeg Alpha, 6 jaar oud : Lieve, gaat gij nu dood ?
Terwijl wij hem vlug het zwijgen wilden opleggen; antwoordde Lieve hem met de grootste vanzelfsprekendheid: “Ja ik ga dood, maar ik wil eerst afscheid nemen van de mensen die ik graag zie”.
Lieve wond er geen doekjes om. Wat ze trouwens nooit gedaan heeft, denk ik.
Ze zal wel meerdere keren gebotst hebben. Maar niet omdat ze de mening van de andere niet respecteerde. Dat kon iemand van de Bestuursraad zijn van onze vzw Recht op Migratie, of iemand van de vrijwilligers, of ex-bewoner of van de bewoners, want die mochten ook hun mening hebben.
Toen ze zei dat ze nog afscheid wou nemen van de bewoners en een paar ex-bewoners en vrijwilligers, was daar maar één antwoord op van alleman: “moedig” van Lieve.
En de laatste weken en maanden is dat woord meermaals gevallen.
Haar naam is dikwijls over de lippen gegaan. Zelfs als één van de peuters een ‘ie-klank’ laat horen, wordt er al gezegd: ze zegt ‘lieve, Lief’.
Lieve heeft zich ook van in het begin ingezet voor het Vluchtelingenhuis, moedig, enthousiast, vol overgave. Omdat ze er in geloofde en er zich bewust van was dat mensen zonder wettige verblijfspapieren niet van tel zijn in onze maatschappij, maar toch moeten geholpen worden. Voor haar waren ze wel van tel.
Ze gaf ze letterlijk en figuurlijk een plaats, zelfs in haar huis. En zo ook in het Vluchtelingenhuis waar ze één van de 5 oprichters was.
De meest kwetsbare vluchtelingen met of zonder papieren moesten er een tijdelijk onderkomen hebben om in de eerste plaats tot rust te komen.
Lieve zelf kende een gezonde onrust en zeker geen berusting. Ze vond het onrechtvaardig dat mensen achtergesteld, gediscrimineerd of uitgesloten werden . Ze kwam op voor de rechten van de minsten en dat zijn de mensen zonder wettig verblijf.
Vooraf ijverde ze in het collectief tegen uitwijzingen, in acties bij de dood van Semira Adamu, bij protesten tegen gesloten centra en uitwijzingen, kerkbezetting, bezetting van het gebouw in Lolanden… Lieve kon er zo levendig over vertellen.
Maar zo een kleinschalig project voor de opvang van de meest kwetsbare vluchtelingen of migranten zag ze zeker ook wel zitten. Van in het begin, ook bij de opstart van de vzw, was Lieve er bij, in het beleid, de Raad van Bestuur, de Algemene vergadering…
Niet alleen het beleid, maar ook de uitvoering.
Een paar jaar geleden had ze zich teruggetrokken, maar kwam dan met hernieuwde moed voorzichtig vragen of ze terug mocht meedoen. En of…
Eerst terug als vrijwilligster, dan in het bewonersgroepje, dan vormde ze een kerngroep van vrijwilligers, kwam ze terug in de Raad van Bestuur en het Dagelijks Bestuur.
Moet er nog gezegd worden dat Lieve veel deed voor het Vluchtelingenhuis?
Maar vooral was ze een vriendin van de vrijwilligers, met wie ze evenementen organiseerde om het huis ook financieel gezond te houden, maar dat was niet haar grootste bekommernis, als het maar gezellig was en de mensen konden genieten. Daar genoot zij nog het meeste van.
En dan was ze natuurlijk vriendin van de bewoners, voor sommigen een moeder. Ze nam ook deel aan de vergaderingen van de bewoners. Ze sprong eens binnen voor een babbelke en als ze de handen uit de mouwen moest steken dan deed ze dat ook.
Maar wat ze niet deed, dat was bemoederen, wel hen op weg helpen zodat ze zelfstandig in het leven konden staan en daar wou ze graag aan meewerken.
Ook nog in de periode dat, wat haar gezondheid betreft, de mindere dagen afwisselden met betere dagen, kwam ze af en toe binnen gelopen. Gewoon om te zien hoe het ging en dat moet ik wel zeggen, om te zien hoe het met mij ging. We hebben zovele uren samen doorgebracht, gepraat, gelachen, geluisterd. En weten: we zaten op dezelfde golflengte. Ik zal haar missen.
Nu kan ze rusten in vrede.
Ze heeft het de laatste dagen van haar leven zo dikwijls gezegd; ‘ik ga in vrede’.
Voor de bewoners van het Vluchtelingenhuis is ze nu in vrede in het paradijs.
Want daar zijn ze toch hé degenen die in hun leven zo goed zijn geweest, zoveel gedaan hebben voor de anderen, die hun hart laten spreken hebben.
Wij kunnen alleen zeggen ‘tot ziens’ daar.
En in het Frans zeggen we – en dat geloof ik – ‘Lieve, a-Dieux’